
In een bedrijfshal op industriepark Kleefse Waard in Arnhem staan een stuk of veertig rode, witte en blauwe stoeltjes klaar. Ervoor een tv-scherm, erachter een gedekte tafel met glazen en flessen voor de borrel na de presentatie. Links en rechts pallets, dozen en lange rollerbanen met heel veel lage, bruinleren laarsjes erop. Een uur geleden was in deze ruimte nog een man of zestig aan het werk.
‘Nooit geweten dat dit soort bedrijven bestaat’, zegt Marcel Visser bij de ontvangst door het bestuur van Het Gelders Familiebedrijven Gilde. De transportondernemer kijkt naar zijn schoenen: ‘Misschien zijn de mijne hier ook wel onder handen genomen.’
Op de werkvloer
Voor de zesde bijeenkomst sinds de oprichting in juni 2015 is de vereniging te gast bij Peter Erren van Erren Recondition. Leren schoeisel, tassen en jassen die geleden hebben onder het transport over zee vanuit verre landen als China, worden hier opgeknapt. Gelabeld en al wordt daarna een vracht sneakers voor een supermarktconcern of een partij laarzen voor een luxemodemerk als Gucci vervoerd naar distributiecentra in heel Europa.
Bijeenkomsten van het Gilde vinden in het bedrijf van een van leden plaats, zegt voorzitter en bedrijfsadviseur Michel Matthijsse. ‘Liefst op de werkvloer, zodat we meteen een indruk van de bedrijfsactiviteiten krijgen.’ Vandaag zijn er zo’n 25 directeur-eigenaren (dga’s) gekomen, van wie de meesten elkaar al eens hebben ontmoet. Enkele nieuwe leden worden verwelkomd: de vierde generatie Arts van de Zanden van steenfabriek Vogelensangh uit Deest, Hubert Tromp van de115 jaar oude Gasterij De Arend in Winssen en de twee broers Niemeijer van snacks-, salade- en sauzenfabrikant Elite in Neede die het bedrijf van hun vader voortzetten.
Delen van ervaringen
Het Gelders Familiebedrijven Gilde is de tweede club van familiebedrijven die zich op provinciaal niveau heeft verenigd. Het eerste initiatief kwam van Wim van der Leegte van VDL. Hij richtte in 2010 in Noord-Brabant het Brabants Familiebedrijven Genootschap op uit de behoefte om in kleinere en besloten kring kennis en ervaring te delen over kwesties die karakteristiek zijn voor familiebedrijven.
De Gelderse ondernemers van het Gilde hebben van vijftien tot 1500 werknemers in dienst. Om lid te kunnen worden moet de dga die het familiebedrijf leidt, minimaal van de tweede generatie zijn. Visser is de derde in lijn aan het hoofd van transportbedrijf Visser Duiven, zijn dochter Cindy loopt zich – nu nog zonder vrachtwagenrijbewijs – warm om hem over een aantal jaren op te volgen.
Continuïteit van het familiebedrijf is typisch zo’n onderwerp waarover binnen dit gezelschap in een open sfeer met elkaar wordt gesproken. Waar loop je tegenaan, hoe los je het op? Visser: ‘Dat is prettig aan dit gezelschap, het is geen businessclub waar je je moet verkopen.’
Directeur van buiten
Zo schroomt de 48-jarige Erren bij zijn bedrijfspresentatie niet om te vertellen waarom en hoe hij en zijn broer na jaren van samenwerking het Arnhemse familiebedrijf splitsten en elk hun eigen weg gingen. En dat hij aan MS lijdt. ‘Gelukkig een milde vorm, die met medicijnen goed te onderdrukken is. Maar de diagnose heeft me wel aan het denken gezet.’
Omdat hij zijn krachten goed moet verdelen, doet hij nu alleen nog waar hij het meest plezier in heeft en waar hij goed in is: opdrachten binnenhalen en contact met de klanten onderhouden. Voor de operationele zaken heeft hij een externe directeur aangetrokken. Over de hindernissen die hij hierbij heeft moeten nemen, is hij open, evenals over de toekomst van het bedrijf: het is maar de vraag of de vijfde generatie Erren de onderneming zal leiden. Errens dochters zijn jong en tonen weinig interesse om bij het bedrijf te werken. Geen probleem, zegt Erren: ‘De zaak heb ik voor mezelf en niet voor mijn kinderen.’ De geschiedenis van vier generaties Erren in het familiebedrijf heeft hem geleerd dat je kinderen niet moet pushen een onderneming voort te zetten. ‘Mijn overtuiging is dat het initiatief om in de zaak te komen bij de kinderen zelf moet liggen. Als dat niet zo is, ‘so be it.’
Het is tijd voor de borrel.
‘Liever een collega gebeld dan een consultant geteld’
Voor de behartiging van hun ondernemingsbelangen zijn de meeste familiebedrijven aangesloten bij MKB-Nederland en/of een brancheorganisatie. Hier kunnen ze ook terecht voor informatie en advies over uiteenlopende onderwerpen. Landelijk behartiger voor specifiek familiebedrijven is FBNed, waarbij vooral grotere ondernemingen zijn aangesloten.
Voor de uitwisseling van kennis en persoonlijke ervaring met specifieke thema’s als opvolging, goed bestuur, communicatie en eigendomsverhoudingen vinden familiebedrijven in kleinere en besloten kring een klankbord bij elkaar.
Op provinciale schaal bestaan er drie clubs waarin familiebedrijven zich hebben verenigd. Noord-Brabant was de eerste. Hier nam Wim van der Leegte van VDL het initiatief dga’s bijeen te brengen met het doel om ‘onder elkaar’ lief en leed uit te wisselen.
Van de meer dan 80.000 familiebedrijven die Noord-Brabant telt zijn er 160 lid van het in 2010 opgerichte Brabants Familiebedrijven Genootschap (BFBG). Met een ondergrens van 100 medewerkers richt het genootschap zich op de top van de familiebedrijven.
In tegenstelling tot het persoonlijk lidmaatschap van het Gelderse gilde (artikel) zijn bij het Brabantse genootschap de bedrijven lid. Behalve bijeenkomsten voor de dga’s kunnen medewerkers deelnemen aan zogeheten expertgroepen. Onder het motto ‘Liever een collega gebeld dan een consultant geteld’ spreken ze met elkaar over actuele onderwerpen over thema’s als logistiek, marketing en ict.
De jongste provinciale club van familiebedrijven die willen klankborden stamt uit oktober 2015. Het is de Vereniging ‘Genootschap van Limburgse Familiebedrijven’ (GLFB) die nu 23 leden telt van bedrijven met minstens 70 werknemers. Het lidmaatschap staat open voor dga’s, eigenaren, directieleden die tot de familie horen en potentiële opvolgers. Evenals bij het Gelderse gilde vinden de bijeenkomsten — meestal met een gastspreker — afwisselend bij de bedrijven van de leden plaats.